« Néerlandais/Grammaire/le verbe/Les verbes forts/liste » : différence entre les versions

Contenu supprimé Contenu ajouté
erreur sur brengen qui veut dire apporter, conduire
Balises : Contenu remplacé blanking Éditeur visuel
Ligne 1 :
{{néerlandais}}
 
{| border=1 cellspacing="0" style="background-color: #FFFF66;border-collapse: collapse;text-align=center"
|-
!Infinitif
!Français
!ik
!jij/u
!hij/zij/het
!wij
!Prétérit<BR>ik jij/u hij/zij/het
!Prétérit<BR>jullie wij zij
!Auxilliaire
!part passé
|-
|bakken||cuire||bak||colspan=2|bakt||bakken||bakte||bakten||heeft||gebakken
|-
|barsten||éclater||colspan=3|barst||barsten||barstte||barstten||is||gebarsten
|-
|bederven||gâter||bederf||colspan=2|bederft||bederven||bedierf||bedierven||is||bedorven
|-
|bedriegen||tromper||bedrieg||colspan=2|bedriegt||bedriegen||bedroog||bedrogen||heeft||bedrogen
|-
|begraven||enterrer||begraaf||colspan=2|begraaft||begraven||begroef||begroeven||heeft||begraven
|-
|begrijpen||comprendre||begrijp||colspan=2|begrijpt||begrijpen||begreep||begrepen||heeft||begrepen
|-
|bergen||ranger||berg||colspan=2|bergt||bergen||borg||borgen||heeft||geborgen
|-
|besluiten||décider||colspan=3|besluit||besluiten||besloot||besloten||heeft||besloten
|-
|bevelen||ordonner||beveel||colspan=2|beveelt||bevelen||beval||bevalen||heeft||bevolen
|-
|bezoeken||visiter||bezoek||colspan=2|bezoekt||bezoeken||''bezocht''||''bezochten''||heeft||''bezocht''
|-
|bezwijken||succomber||bezwijk||colspan=2|bezwijkt||bezwijken||bezweek||bezweken||is||bezweken
|-
|bidden||prier||bid||colspan=2|bidt||bidden||bad||baden||heeft||gebeden
|-
|bieden||offrir||bied||colspan=2|biedt||bieden||bood||boden||heeft||geboden
|-
|bijten||mordre||colspan=3|bijt||bijten||beet||beten||heeft||gebeten
|-
|binden||lier||bind||colspan=2|bindt||binden||bond||bonden||heeft||gebonden
|-
|blazen||souffler||blaas||colspan=2|blaast||blazen||blies||bliezen||heeft||geblazen
|-
|blijken||se revéler||blijk||colspan=2|blijkt||blijken||bleek||bleken||is||gebleken
|-
|blijven||rester||blijf||colspan=2|blijft||blijven||bleef||bleven||is||gebleven
|-
|blinken||briller||blink||colspan=2|blinkt||blinken||blonk||blonken||heeft||geblonken
|-
|braden||rôtir||braad||colspan=2|braadt||braden||braadde||braadden||heeft||gebraden
|-
|breken||briser||breek||colspan=2|breekt||breken||brak||braken||is/heeft||gebroken
|-
|brengen||briser||breng||colspan=2|brengt||brengen||''bracht''||''brachten''||heeft||''gebracht''
|-
|brouwen||brasser||brouw||colspan=2|brouwt||brouwen||brouwde||brouwden||heeft||gebrouwen
|-
|buigen||courber||buig||colspan=2|buigt||buigen||boog||bogen||heeft||gebogen
|-
|denken||penser||denk||colspan=2|denkt||denken||''dacht''||''dachten''||heeft||''gedacht''
|-
|doen||faire||doe||colspan=2|doet||doen||deed||deden||heeft||gedaan
|-
|dragen||porter||draag||colspan=2|draagt||dragen||droeg||droegen||heeft||gedragen
|-
|drijven||pousser, flotter||drijf||colspan=2|drijft||drijven||dreef||dreven||is/heeft||gedreven
|-
|dringen||pressee, pénétrer||dring||colspan=2|dringt||dringen||drong||drongen||is/heeft||gedrongen
|-
|drinken||boire||drink||colspan=2|drinkt||drinken||dronk||dronken||heeft||gedronken
|-
|druipen||ruisseler||druip||colspan=2|druipt||druipen||droop||dropen||is/heeft||gedropen
|-
|duiken||plonger||duik||colspan=2|duikt||duiken||dook||doken||is/heeft||gedoken
|-
|dwingen||forcer||dwing||colspan=2|dwingt||dwingen||dwong||dwongen||is/heeft||gedwongen
|-
|eten||manger||colspan=3|eet||eten||at||aten||heeft||gegeten
|-
|fluiten||siffler||colspan=3|fluit||fluiten||floot||floten||heeft||gefloten
|-
|gaan||aller||ga||colspan=2|gaat||gaan||ging||gingen||is||gegaan
|-
|gelden||valoir||geld||colspan=2|geldt||gelden||gold||golden||heeft||gegolden
|-
|genezen||guérir||genees||colspan=2|geneest||genezen||genas||genazen||is/heeft||genezen
|-
|genieten||profiter (jouir)||colspan=3|geniet||genieten||genoot||genoten||heeft||genoten
|-
|geven||donner||geef||colspan=2|geeft||geven||gaf||gaven||heeft||gegeven
|-
|gieten||verser||colspan=3|giet||gieten||goot||goten||heeft||gegoten
|-
|glijden||glisser||glijd||colspan=2|glijdt||glijden||gleed||gleden||is/heeft||gegleden
|-
|glimmen||luire||glim||colspan=2|glimt||glimmen||glom||glommen||heeft||geglommen
|-
|graven||creuser||graaf||colspan=2|graaft||graven||groef||groeven||heeft||gegraven
|-
|grijpen||saisir||grijp||colspan=2|grijpt||grijpen||greep||grepen||heeft||gegrepen
|-
|hangen||pendre||hang||colspan=2|hangt||hangen||hing||hingen||heeft||gehangen
|-
|hebben||avoir||heb||hebt||heeft||hebben||had||hadden||heeft||gehad
|-
|heffen||soulever||hef||colspan=2|heft||heffen||hief||hieven||heeft||geheven
|-
|helen||s'appeler||hel||colspan=2|helt||helen||heette||heetten||heeft||geheten
|-
|helpen||aider||help||colspan=2|helpen||helpt||hielp||hielpen||heeft||geholpen
|-
|heten||s'appeler||||colspan=2|heet||heten||heette||heetten||||geheten
|-
|hijsen||hisser||hijs||colspan=2|hijst||hijsen||hees||hesen||heeft||gehesen
|-
|houden||tenir / aimer +van||hou||colspan=2|houdt||houden||hield||hielden||heeft||gehouden
|-
|houwen||tailler||houw||colspan=2|houwt||houwen||hieuw||hieuwen||heeft||gehouwen
|-
|jagen||chasser||jaag||colspan=2|jaagt||jagen||jaagde<br />joeg||jaagden<br />joegen||is/heeft||gejaagd
|-
|kiezen
|choisir
|kies
|kiest
|
|kiezen
|koos
|kozen
|heeft
|gekozen
|-
|kijken||regarder||kijk||colspan=2|kijkt||kijken||keek||keken||heeft||gekeken
|-
|klimmen||grimper||klim||colspan=2|klimt||klimmen||klom||klommen||is/heeft||geklommen
|-
|klinken||sonner||klink||colspan=2|klinkt||klinken||klonk||klonken||heeft||geklonken
|-
|knijpen||pincer||knijp||colspan=2|knijpt||knijpen||kneep||knepen||heeft||geknepen
|-
|komen||venir||kom||colspan=2|komt||komen||''kwam''||kwamen||is||gekomen
|-
|kopen||acheter||koop||colspan=2|koopt||kopen||''kocht''||''kochten''||heeft||''gekocht''
|-
|krijgen||recevoir||krijg||colspan=2|krijgt||krijgen||kreeg||kregen||heeft||gekregen
|-
|krimpen||se rétrécir||krimp||colspan=2|krimpt||krimpen||kromp||krompen||is||gekrompen
|-
|kruipen||ramper||kruip||colspan=2|kruipt||kruipen||kroop||kropen||is/heeft||gekropen
|-
|kunnen||pouvoir,savoir||kan||kunt||kan||kunnen||kon||konden||heeft||gekund
|-
|laten||laisser||colspan=3|laat||laten||liet||lieten||heeft||gelaten
|-
|lezen||lire||lees||colspan=2|leest||lezen||las||lazen||heeft||gelezen
|-
|liegen||mentir||lieg||colspan=2|liegt||liegen||loog||logen||heeft||gelogen
|-
|liggen||être étendu||lig||colspan=2|ligt||liggen||lag||lagen||heeft||gelegen
|-
|lijden||souffrir||lijd||colspan=2|lijdt||lijden||leed||leden||heeft||geleden
|-
|lijken||paraître||lijk||colspan=2|lijkt||lijken||leek||leken||heeft||geleken
|-
|lopen||marcher/courir||loop||colspan=2|loopt||lopen||liep||liepen||is/heeft||gelopen
|-
|malen||moudre||maal||colspan=2|maalt||malen||maalde||maalden||heeft||gemalen
|-
|melken||traire||melk||colspan=2|melkt||melken||mekte<br />molk||mekten<br />molken||is/heeft||gemolken
|-
|mijden||éviter||mijd||colspan=2|mijdt||mijden||meed||meden||heeft||gemeden
|-
|moeten||devoir||colspan=3|moet||moeten||moest||moesten||heeft||gemoeten
|-
|mogen||pouvoir se permettre||colspan=3|mag||mogen||mocht||mochten||heeft||gemoogd
|-
|nemen||prendre||neem||colspan=2|neemt||nemen||nam||namen||heeft||genomen
|-
|nijpen||pincer||nijp||colspan=2|nijpt||nijpen||neep||nepen||heeft||genepen
|-
|prijzen||louer, vanter||prijs||colspan=2|prijst||prijzen||prees||prezen||heeft||geprezen
|-
|raden||deviner||raad||colspan=2|raadt||raden||raadde<br />ried||raadden<br />rieden||is/heeft||gevraagd
|-
|rijden||conduire||rij||colspan=2|rijdt<br />rij||rijden||reed||reeden||is/heeft||gereden
|-
|rijzen||s'élever||rijs||colspan=2|rijst||rijzen||rees||rezen||is||gerezen
|-
|roepen||appeler||roep||colspan=2|roept||roepen||riep||riepen||heeft||geroepen
|-
|ruiken||sentir, flairer||ruik||colspan=2|ruikt||ruiken||rook||roken||heeft||geroken
|-
|scheiden||séparer, divorcer||scheid||colspan=2|scheidt||scheiden||scheidde||scheidden||is/heeft||gescheiden
|-
|schelden||invectiver||scheld||colspan=2|scheldt||schelden||schold||scholden||heeft||gescholden
|-
|schenden||abîmer||schend||colspan=2|schendt||schenden||schond||schonden||heeft||geschonden
|-
|schenken||donner, verser||schenk||colspan=2|schenkt||schenken||schonk||schonken||heeft||geschenkt
|-
|scheppen||créer||schep||colspan=2|schept||scheppen||schiep||schiepen||heeft||geschapen
|-
|scheren||raser||scheer||colspan=2|scheert||scheren||schoor||schoren||heeft||geschoren
|-
|schieten||tirer (arme)||colspan=3|schiet||schieten||schoot||scholen||heeft||geschoten
|-
|schijnen||sembler, briller||schijn||colspan=2|schijnt||schijnen||scheen||schenen||heeft||geschenen
|-
|schrijden||marcher||schrijd||colspan=2|schrijdt||schrijden||schreed||schreden||is/heeft||geschreden
|-
|schrijven||écrire||schrijf||colspan=2|schrijft||schrijven||schreef||schreven||heeft||geschreven
|-
|schrikken||s'effrayer||schrik||colspan=2|schrikt||schrikken||schrok||schrokken||is||geschrokken
|-
|schuiven||glisser||schuif||colspan=2|schuift||schuiven||schoof||schoven||is/heeft||geschoven
|-
|slaan||frapper||sla||colspan=2|slaat||slaan||sloeg||sloegen||heeft||geslagen
|-
|slapen||dormir||slaap||colspan=2|slaapt||slapen||sliep||sliepen||heeft||geslapen
|-
|slijten||user||colspan=3|slijt||slijten||sleet||sleten||heeft||gesleten
|-
|sluipen||se glisser||sluip||colspan=2|sluipt||sluipen||sloop||slopen||is||geslopen
|-
|sluiten||fermer||colspan=3|sluit||sluiten||sloot||sloten||heeft||gesloten
|-
|smelten||fondre||colspan=3|smelt||smelten||smolt||smolten||is/heeft||gesmolten
|-
|smijten||lancer (av. force)||colspan=3|smijt||smijten||smeet||smeten||heeft||gesmeten
|-
|snuiten||moucher||colspan=3|snuit||snuiten||snoof||snoten||heeft||gesnoten
|-
|snuiven||renifler||snuif||colspan=2|snuift||snuiven||snoot||snoven||heeft||gesnoven
|-
|spannen||tendre||span||colspan=2|spant||spannen||spande||spanden||heeft||gespannen
|-
|spijten||causer du regret||colspan=3|spijt||spijten||speet||speten||heeft||gespeten
|-
|spinnen||filer||spin||colspan=2|spint||spinnen||spon||sponnen||heeft||gesponnen
|-
|splijten||fendre||colspan=3|splijt||splijten||spleet||spleten||is/heeft||gespleten
|-
|spreken||parler||spreek||colspan=2|spreekt||spreken||sprak||spraken||heeft||gesproken
|-
|springen||sauter||spring||colspan=2|springt||springen||sprong||sprongen||is/heeft||gesprongen
|-
|spuiten||jaillir, arroser||colspan=3|spuit||spuiten||spoot||spoten||heeft||gespoten
|-
|staan||être debout||sta||colspan=2|staat||staan||stond||stonden||heeft||gestaan
|-
|steken||piquer||steek||colspan=2|steekt||steken||stak||staken||heeft||gestoken
|-
|stelen||voler, dérober||steel||colspan=2|steelt||stelen||stal||stalen||heeft||gestolen
|-
|sterven||mourir||sterf||colspan=2|sterft||sterven||stierf||stierven||is||gestorven
|-
|stijgen||s'élever||stijg||colspan=2|stijgt||stijgen||steeg||stegen||is||gestegen
|-
|stijven||amidonner||stijf||colspan=2|stijft||stijven||steel||steven||heeft||gesteven
|-
|stinken||puer||stink||colspan=2|stinkt||stinken||stonk||stonken||heeft||gestonken
|-
|stoten||heurter||colspan=3|stoot||stoten||stootte||stootten||is/heeft||gestoten
|-
|strijden||combattre||strijd||colspan=2|strijdt||strijden||streed||streden||heeft||gestreden
|-
|strijken||repasser||strijk||colspan=2|strijkt||strijken||streek||streken||heeft||gestreken
|-
|treden||marcher||treed||colspan=2|treedt||treden||trad||traden||is/heeft||getreden
|-
|treffen||toucher||tref||colspan=2|treft||treffen||trof||troffen||heeft||getroffen
|-
|trekken||tirer, aller||trek||colspan=2|trekt||trekken||trok||trokken||is/heeft||getrokken
|-
|uitpluizen||éplucher||pluis … uit||colspan=2|pluist ... uit||uitpluizen||ploos ... uit||plozen ... uit||heeft||uitgeplozen
|-
|vallen||tomber||val||colspan=2|valt||vallen||viel||vielen||is||gevallen
|-
|vangen||attraper||vang||colspan=2|vangt||vangen||ving||vingen||heeft||gevangen
|-
|varen||naviguer||vaar||colspan=2|vaart||varen||voer||voeren||is/heeft||gevaren
|-
|vechten||se battre||colspan=3|vecht||vechten||vocht||vochten||heeft||gevochten
|-
|verbieden||interdire||verbied||colspan=2|verbiedt||verbieden||verbood||verboden||heeft||verboden
|-
|verdrieten||attrister||colspan=3|verdriet||verdrieten||verdroot||verdroten||heeft||verdroten
|-
|verdwijnen||disparaître||verdwijn||colspan=2|verdwijnt||verdwijnen||verdween||verdwenen||is||verdwenen
|-
|vergelijken||comparer||vergelijk||colspan=2|vergelijkt||vergelijken||vergeleek||vergeleken||heeft||vergeleken
|-
|vergeten||oublier||colspan=3|vergeet||vergeten||vergat||vergaten||is/heeft||vergeten
|-
|verkopen||acheter||verkoop||colspan=2|verkoopt||verkopen||verkocht||verkochten||heeft||verkocht
|-
|verlaten||quitter||colspan=3|verlaat||verlaten||verliet||verlieten||heeft||verlaten
|-
|verliezen||perdre||verlies||colspan=2|verliest||verliezen||verloor||verloren||heeft||verloren
|-
|verslinden||dévorer||verslind||colspan=2|verslindt||verslinden||verslond||verslonden||heeft||verslonden
|-
|verstaan||gâter||versta||colspan=2|verstaat||verstaan||verstond||verstonden||heeft||verstaan
|-
|vertrekken||partir||vertrek||colspan=2|vertrekt||vertrekken||vertrok||vertrokken||is||vertrokken
|-
|verzenden||envoyer (lettre)||verzend||colspan=2|verzendt||verzenden||verzond||verzonden||heeft||verzonden
|-
|verzinnen||imaginer||verzin||colspan=2|verzint||verzinnen||verzon||verzonnen||heeft||verzonnen
|-
|verzwinden||disparaître||verzwind||colspan=2|verzwindt||verzwinden||verzwond||verzwonden||is||verzwonden
|-
|vinden||trouver||vind||colspan=2|vindt||vinden||vond||vonden||heeft||gevonden
|-
|vlechten||tresser||colspan=3|vlecht||vlechten||vlocht||vlochten||heeft||gevlochten
|-
|vliegen||voler (avion)||vlieg||colspan=2|vliegt||vliegen||vloog||vlogen||is/heeft||gevlogen
|-
|vouwen||plier||vouw||colspan=2|vouwt||vouwen||vouwde||vouwden||heeft||gevouwen
|-
|vragen||demander||vraag||colspan=2|vraagt||vragen||vraagde<br />vroeg||vraagden<br />vroegen||is/heeft||gevraagd
|-
|vriezen||geler||vries||colspan=2|vriest||vriezen||vroor||vroren||is/heeft||gevroren
|-
|wassen||laver||was||colspan=2|wast||wassen||waste||wasten||heeft||gewassen
|-
|wegen||peser||weeg||colspan=2|weegt||wegen||woog||wogen||heeft||gewogen
|-
|werpen||jeter||werp||colspan=2|werpt||werpen||wierp||wierpen||heeft||geworpen
|-
|weten||savoir||weet||colspan=2|weten||weet||wist||wisten||heeft||geweten
|-
|weven||tisser||weef||colspan=2|weeft||weven||weefde||weefden||heeft||geweven
|-
|wijken||reculer||wijk||colspan=2|wijkt||wijken||week||weken||is||geweken
|-
|wijten||imputer||colspan=3|wijt||wijten||weet||weten||heeft||geweten
|-
|willen||vouloir||wil||wilt||wil||willen||wild||wilden||heeft||gewild
|-
|winden||enrouler||wind||colspan=2|windt||winden||wond||wonden||heeft||gewonden
|-
|winnen||gagner||win||colspan=2|wint||winnen||won||wonnen||heeft||gewonnen
|-
|worden||devenir||word||colspan=2|wordt||worden||werd||werden||is||geworden
|-
|wreken||venger||wreek||colspan=2|wreekt||wreken||wreekte||wreekten||heeft||gewroken
|-
|wrijven||frotter||wrijf||colspan=2|wrijft||wrijven||wreef||wreven||heeft||gewreven
|-
|wringen||tordre||wring||colspan=2|wringt||wringen||wrong||wrongen||heeft||gewrongen
|-
|zeggen||dire||zeg||colspan=2|zegt||zeggen||zegde||zegden||heeft||gezegd
|-
|zenden||envoyer||zend||colspan=2|zendt||zenden||zond||zonden||heeft||gezonden
|-
|zien||voir||zie||colspan=2|ziet||zien||zag||zagen||heeft||gezien
|-
|zijn||être||ben||bent||is||zijn||was||waren||is||geweest
|-
|zingen||chanter||zing||colspan=2|zingt||zingen||zong||zongen||heeft||gezongen
|-
|zinken||sombrer||zink||colspan=2|zinkt||zinken||zonk||zonken||is||gezonken
|-
|zuigen||sucer||zuig||colspan=2|zuigt||zuigen||zoog||zogen||heeft||gezogen
|-
|zuipen||se soûler||zuip||colspan=2|zuipt||zuipen||zoop||zopen||heeft||gezopen
|-
|zullen||auxilliaire<br />de modalité<br />sans sens||zul||colspan=2|zult||zullen||zou||zouden||||N/A
|-
|zwelgen||ingurgiter||zwelg||colspan=2|zwelgt||zwelgen||zwolg||zwolgen||heeft||gezwolgen
|-
|zwellen||enfler||zwel||colspan=2|zwelt||zwellen||zwol||zwollen||is/heeft||gezwollen
|-
|zwemmen||nager||zwem||colspan=2|zwemt||zwemmen||zwom||zwommen||is/heeft||gezwommen
|-
|zweren||jurer (serment)||zweer||colspan=2|zweert||zweren||zwoer||zwoeren||heeft||gezworen
|-
|zwerven||errer||zwerf||colspan=2|zwerft||zwerven||zwierf||zwierven||is/heeft||gezworven
|-
|zwijgen||se taire||zwijg||colspan=2|zwijgt||zwijgen||zweeg||zwegen||heeft||gezwegen
|}
 
[[Catégorie:Grammaire néerlandaise (livre)|Les verbes forts]]