Néerlandais dans le secondaire/la maison : exercice lacunaire : l'extérieur

Complétez les blancs avec le terme manquant.

de boom -de deur - de garage - het huis - de keuken - de lift - de muur - het raam - de trap - de tuin

  1. Ik moet wat oefeningen doen. Ik neem dus niet de lift maar de ..............
  2. De Berlijnse ............... lag tijdens de koude oorlog om West Berlijn.
  3. Er hangt een gordijn voor het ..............
  4. Het koffiezetapparaat staat in de ..............
  5. Om naar de tiende verdieping gaan, nemen we de ...............
  6. Mijn grootvader verbouwt groenten in de ...............
  7. 's Avonds plaatst mijn broer zijn motorfiets in de ...............
  8. Vogels bouwen hun nest in de ...............
  9. Wie klopt er aan de ...............?
  10. Woon je in een ............... of een appartement?

Vocabulaire

modifier
  • de vogel : l'oiseau
  • Het gordijn: le rideau
  • het nest: le nid