Néerlandais/Dans le secondaire/willen et mogen (correction)
Première série
modifier- Ik wil water drinken.
- Ik wil geen water drinken.
- Ik wil brood eten.
- Ik wil geen brood eten.
- Ik mag wijn drinken.
- Ik mag geen wijn drinken.
- Ik mag snoepjes eten.
- Ik mag geen snoepjes eten.
- We willen naar het restaurant gaan.
- We mogen spelen.
Deuxième série
modifier- Hij wil naar Frankrijk gaan.
- We mogen eten.
- Ik wil spelen.
- 's Morgens mogen we slapen.
- Ik heb honger. Ik wil een chocolaatje eten.
- Ik heb geen dorst. Ik wil niets drinken.
- Ik wil naar de bioscoop gaan.
- Ik ben moe. Ik wil slapen.
- Ze mogen naar de tv/de televisie kijken.
- Ik wil spelen.
- In de ochtend willen wij slapen.
- Ik heb honger. Ik wil eten.
- Ik heb geen dorst. Ik wil niet drinken.
- Ik ben moe. Ik wil slapen.
- Ik wil naar de bioscoop gaan.
- Zij willen naar de televisie kijken.
- Wilt u eten?