Néerlandais/Avancé/Questions sur les fruits

De quel fruit s'agit-il ?

  1. Een stuk fruit dat als scheldnaam voor inwoners van een Engelstalig land gebruikt wordt.
  2. De ronde vrucht bestaat uit kleine rode pitjes die opgegeten worden.
  3. Een oranje vrucht die meestal gedroogd verkocht wordt.
  4. Een stuk fruit dat de rijping van ander fruit versnelt.
  5. Een stuk fruit dat heerlijk smaakt met rauwe ham.
  6. Het is geel en vol energie en wordt graag gegeten door marathonlopers.

Réponses

  1. Kiwi (uit Nieuw-Zeeland)
  2. Granaatappel
  3. Abrikoos
  4. Banaan (à vérifier)
  5. Meloen
  6. Banaan